Remmen van een caravan

Remmen van de caravan

Om ongeremd met de caravan op weg te kunnen gaan, is het wel noodzakelijk dat de remmen perfect functioneren. Wij geven je daarom alvast enkele tips als je toch in de problemen komt.

Schok?

Voel je een schok bij het oplopen of het lossen van de oplooprem? Dan is er iets mis. Vaak moet de oploopdemper dan vervangen worden. Dit onderdeel zit in het oploopmechanisme van het koppelingshuis.

Oververhitting

Tijdens lange, steile afdalingen kunnen de remmen van de caravan oververhit raken. Dit komt doordat de caravan tegen de trekauto duwt en zo de oplooprem bedient. Het enige wat je daartegen kunt doen is rustig rijden, regelmatig pauzeren en waar mogelijk de combinatie even ‘strekken’. Dat doe je door eerst even stevig af te remmen om daarna (in een lage versnelling) even te accelereren.

Terugrijautomaat

Wanneer de auto achteruitrijdt, wordt de oplooprem ingedrukt. Daardoor treedt de caravanrem in werking. De remkracht neemt toe naarmate de caravanwielen meer rolweerstand (helling, ongelijk terrein) ondervinden. Zonder terugrijautomaat – standaard aanwezig in elk modern remsysteem – kun je op een gegeven moment niet meer achteruitrijden.

Krakende stabilisatorkoppeling

Misschien ken je het wel: na verloop van tijd komt er bij elke bocht een luid kreunend geluid uit de stabilisator. Dit verschijnsel kennen we al zo lang ze op de markt zijn. Inspanningen van AL-KO om het kraken met andere wrijvingselementen tegen te gaan, leiden helaas niet altijd tot het gewenste effect. Je hoort weleens dat het gladschuren van de kogel zou helpen. Ook het reinigen, vervangen of bevochtigen van de wrijvingselementjes helpt, al is het soms maar tijdelijk. De stabilisatorkoppeling bewijst zijn nut alleen op hogere snelheid en het kraken doet zich vooral voor in scherpe bochten. Je kunt overwegen de stabilisator uit te schakelen zodra je de autosnelweg verlaat.

Anti-slingersystemen

Vreemd genoeg wijst de praktijk uit dat slingerende caravans maar al te vaak voorzien zijn van een stabilisatorkoppeling. Daarom komen er gaandeweg meer middelen op de markt die de bestuurder waarschuwen als het mis dreigt te gaan. Een nadeel van de stabilisator is namelijk dat die de waarschuwingsfase bekort. Zo kennen we inmiddels het LEAS-systeem, dat de caravanrem activeert zodra het slingeren te hevig wordt. Het ATC van AL-KO activeert de caravanrem als de caravan in een gevaarlijke ‘slinger’ dreigt te komen. Toch moet de automobilist het gaspedaal loslaten om het naderende onheil alsnog af te wenden. Heeft een auto ESP, dan zou dit ATC weleens overbodig kunnen maken. Elektronica laten de auto namelijk remmen als hij (door een slingerende caravan) uit balans wordt gebracht.

Koppeling

De stabilisatorkoppeling kennen we in verschillende uitvoeringen. Tot de bekendste behoren de AKS 1300 en 2000/2004/3004 van AL-KO, de Westfalia SSK en de WS 3000 van Winterhoff. In grote lijnen werken ze volgens hetzelfde principe: twee of vier wrijvingselementjes omklemmen de trekhaakkogel. Dit zorgt ervoor dat de koppeling van de caravan weerstand ondervindt bij de scharnierende bewegingen om de trekhaakkogel. Zo worden de bewegingen van de caravan ten opzichte van de auto enigszins ‘gedempt’. Voorwaarde is dat de kogel schoon is.

Hulpkoppeling en breekkabel

De term hulpkoppeling is wat verwarrend. In de praktijk worden er namelijk twee dingen mee aangeduid: de voor het handrembreekkabeltje bestemde klem op de kogelstang, maar ook de (wettelijk voorgeschreven!) kabel of ketting waarmee een ongeremde aanhangwagen moet zijn uitgerust. De taak van de handrembreekkabel is de caravanrem activeren, mocht de caravan tijdens het rijden losraken van de auto. Vlak voordat ook die verbinding wordt verbroken, trekt de kabel de handrem van de caravan aan. De caravan zal daardoor snel(ler) vaart minderen en een kleiner risico voor het overige verkeer vormen. De ‘losraakbeveiliging’ van een ongeremde aanhanger (max. 750 kilogram) bestaat uit een vlak bij de koppeling aangebrachte kabel of ketting. Deze moet de functie van de koppeling overnemen als de aanhanger onverhoopt los zou raken van de auto.